Driebergen – Immanuëlkerk

D.A. Flentrop-orgel, 1948

In 2003 ben ik met een revisie en restauratie van dit instrument van start gegaan. De werkzaamheden werden om financiële redenen in verschillende fasen uitgevoerd. Al het pijpwerk is van de windlade af geweest en schoongemaakt. De intonatie is op enkele punten licht gewijzigd: de Octaaf 2′ en Dulciaan 8′ van het rugpositief zijn weer wat milder gemaakt, de Roerfluit 4′ wat draagkrachtiger, en de Viola 8′ van het Zwelwerk is weer gelijk gestemd, zoals het in 1948 ook is geweest.

 

Tussentijds is de kerk grondig gerenoveerd. Helaas zorgden verbouwingswerkzaamheden in de kerkzaal ervoor dat het orgel opnieuw vervuild raakte, omdat zorgvuldig inpakken van het orgel achterwege is gebleven. Vanwege de extra kosten voor een nieuwe schoonmaak is deze toestand gehandhaafd.

 

De laatst uitgevoerde werkzaamheden na de kerkrenovatie betroffen voornamelijk het restaureren van het wellenbord van het Hoofdwerk, het opnieuw afregelen van alle mechanieken en het wederom controleren van de intonatie. Het wellenbord van het Hoofdwerk is van nieuwe invoering voorzien, de welarmen zijn voorzien van nieuw vilt in de aangrijpingspunten op de abstracten en de abstracten die verbonden zijn met de ventielkleppen alsook de oogjes van de ventielkleppen zelf zijn  gefestonneerd.

 

De windlade van het rugpositief was vanwege de tijdens de kerkrestauratie opgehangen nieuwe kachels die zich direct onder het rugpositief bevinden, op een aantal plaatsen gescheurd. Deze scheuren zijn momenteel als een tijdelijke noodoplossing gerepareerd. Thans is het gehele rugpositief aan een uitgebreide restauratie toe.

 

Tijdens de laatste restauratie kwamen meer scheuren in de hoofdwerklade aan het licht, die ontstaan zijn door uitdrogende verwarming in de kerkzaal van de afgelopen jaren. De pulpeten van alle windlades wachten al enige tijd op restauratie. Vanwege het ontbreken van financiële middelen is dit voorlopig uitgesteld.

 

De Octaafbas 8′ en Koraalbas 4′ van het Pedaal zijn met de laatst afgeronde fase volledig geherintoneerd, door middel van hogere opsnedes, en iets ruimere kernspleten.De intonatie van de Trompet 8′ van het Zwelwerk is ook geëgaliseerd.

Pijpwerk van het Hoofdwerk.

Pijpwerk van het Rugwerk

Pijpwerk van het Zwelwerk.

Geschiedenis

Dit instrument is in verschillende opzichten bijzonder te noemen. Vooral omdat dit een van de eerste mechanische instrumenten is, die de firma Flentrop heeft gebouwd na de Tweede Wereldoorlog. De dispositie vertoont nog elementen van de Orgelbewegung maar ook het begin van het neobarokke tijdperk, dat is goed te zien aan de aanwezigheid van een Zwelwerk én een Rugwerk. Ook de orgelkas is nog niet echt een orgelkas te noemen. De kas bestaat uit vurenhouten regels, met daarop hardboard gespijkerd.

 

Aan het orgel is sinds de bouw vrijwel niets gewijzigd. Wel zijn de Octaaf 2′ en Dulciaan 8′ van het Rugwerk opnieuw geïntoneerd op een neobarokke wijze door middel van grotere voetopeningen en engere kernspleten. Ook werd op advies van de toenmalige organist Chris Haalboom de Viola 8′ van het Zwelwerk zwevend gestemd op de Baarpijp 8′. Bijzonder is de plaatsing van een Quintadeen 8′ in het front van het Rugwerk.

 

Eind jaren 80 is de registermechaniek hersteld door firma Flentrop. Hierbij zijn waarschijnlijk ook de originele registeropschriften vervangen en is waarschijnlijk ook de spelling van enkele registers gewijzigd. Zo heet de Viola 8′ volgens slagletters in het pijpwerk Gamba 8′, en werd de Quintadeen voorheen ‘Kwintadeen’ genoemd.

 

Rond 1997 heeft de firma Klop te Garderen de klavieren gerestaureerd. Hierbij is onder andere al het vilt vervangen. Ook is op dat moment de regulatieklep in het windkanaal van het Rugwerk gerepareerd.

Gerestaureerde ventielen van het Hoofdwerk.

Wellenbord Hoofdwerk vóór restauratie.

Het gerestaureerde wellenbord van het Hoofdwerk.

Dispositie

in ladevolgorde

 

Hoofdwerk: C-g3 – pijpwerkopstelling piramidaal

Prestant 8′ – C-ais in front, C-ais2 met zijbaarden, gehele register voorzien van stemkrullen
Holpijp 8′ – C-H grenenhout, vervolg metaal met zijbaarden
Octaaf 4′ – C-ais2 met stemkrullen en zijbaarden, b2-g3 natuurlijke lengte
Fluit 4′ – orgelmetaal C-g2 gedekt, met zijbaarden, gis2-g3 open conische pijpen
Mixtuur 4-6 sterk

 

samenstelling Mixtuur:

C: 2’ – 1 1/3’ – 1’ – 2/3’
d: 2 2/3’ – 2’ – 2’ – 1 1/3’ – 1’
e1: 4’ – 4’ – 2 2/3’ – 2’ – 2’ – 1 1/3’
fis2: 4’ – 4’ – 2 2/3’ – 2 2/3’ – 2’ – 2’
c3: 4’ – 4’ – 2 2/3’ – 2 2/3’ – 2’ – 2’

 

Rugwerk: C-g3 –pijpwerkopstelling volgens front

Quintadeen 8′ – volledig in front, C-B zij- en kastbaarden, c0-g3 zijbaarden
Roerfluit 4′ – C-g2 inwendige roeren en zijbaarden, gis2-g3 open conische pijpen
Octaaf 2′ – C-B zijbaarden, C-b1 stemkrullen c2-g3 natuurlijke lengte
Scherp 4 sterk (thans tijdelijk gereduceerd tot Quint 1 1/3′ af c0)
Dulciaan 8′ – C-G gekropt, C-g2 voorzien van opzetstukken, die bovenaan voorzien zijn van klepjes, vervolg open

 

Samenstelling Scherp 4 sterk:

C: 1’ – 2/3’ – 1/2’ – 1/3’
c0: 1 1/3’ – 1’ – 2/3’ – 1/2’
c1: 2’ – 1 1/3’ – 1’ – 1’
c2: 2 2/3’ – 2’ – 2’ – 1 1/3’
c3: 4’ – 2 2/3’ – 2’ – 2’

 

Zwelwerk: C-g3

De Cis-kant (alleen groot octaaf) staat vanuit de kerk gezien rechts, de C-kant links, vanaf c0 chromatisch.

Trompet 8′ – volledige bekerlengte, C en Cis gekropt
Sesquialter 2 sterk –  2 2/3′ – 1 3/5′
Fluit 2′ – C-g2 met stemkrullen, gis2 open op natuurlijk lengte, C-Ais met zijbaarden
Koppelfluit 4′ – C-b2 open conische hoeden en zijbaarden, c3-g3 open conische pijpen
Baarpijp 8′ – C-H grenenhout gedekt, c0-g3 open conische pijpen met stemkrullen, c0-b1 met zijbaarden
Viola 8′ – C-Dis gekropt, C-Ais houten rolbaarden, c0-a1 freins, vervolg met alleen zijbaarden en expressions
Tremulant Zwelwerk – elektrische motor op de balg, die het balgblad in beweging brengt

 

Het Zwelwerk ligt op dezelfde hoogte als het Hoofdwerk; er bevindt zich een looppad tussen beide laden.

 

Pedaal: C-f1

Opstelling haaks op de Hoofdwerk- en Zwelwerkladen, met de grootste pijpen vooraan. C-kant aan de linkerzijde, Cis-kant aan de rechterzijde.

Subbas 16′ – grenenhout
Octaafbas 8′ – C-e0 in front, vervolg op pedaalladen
Koraalbas 4′ – C-ais0 met zijbaarden
Ruispijp 3 sterk – 2 2/3′ –  2′ – 1 1/3′
Zink 2′

 

Koppelingen:

Hoofdwerk – Zwelwerk
Hoofdwerk – Rugwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Zwelwerk

 

Stemming: gelijkzwevend
Toonhoogte: a1=441 Hz. bij 18 graden Celsius