Den Hoorn – Atelier aan de Witteweg

In 2008 werd het pijpwerk van dit orgel van J. Proper (1908) / Fonteyn & Gaal (1959) door mij geherintoneerd.

Het pijpwerk dat door opschuiven in 1959 niet meer op de juiste plek stond is teruggeschoven naar zijn oorspronkelijke plaats, waarbij enkele pijpen nieuw zijn bijgemaakt. In een aantal gevallen maakten we gebruik van pijpwerk uit onze voorraad dat uit ongeveer dezelfde tijd als het Proper pijpwerk stamt.

Het orgel is geherintoneerd op basis van kleinere voetgaten en opnieuw aanbrengen van in 1959 weg gevijlde kernsteken.

Dispositiewijziging:
• Nachthoorn 2′ (Manuaal I) verwisseld met Octaaf 2′ (Manuaal II)
• Mixtuur verwijderd, Sesquialter samengesteld uit 2 2/3′ koor van de Mixtuur, 2′ koor uit voormalige Sesquialter omgewerkt tot 1 3/5′.
• op wens van opdrachtgever is tijdelijke een gebruikte Dulciaan 8′ geplaatst op de plek van de voormalige Sesquialter II. Om financiële redenen is deze plaats momenteel leeg.

Ongerestaureerd pijpwerk van het instrument.

Ongerestaureerd pijpwerk van het instrument.

Geschiedenis van dit instrument

 

1908: J. Proper – Nieuwbouw, een manuaal en aangehangen pedaal, mechanische toetstractuur, pneumatische registertractuur;  voor de Gereformeerde Kerk te Oosterend (Texel)

Dispositie bij oplevering in 1908 (volgens origineel contract van Proper uit 1908):

Manuaal: C-f3
Bourdon 16′ – af G
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Viola 8′ – C-H gecombineerd met Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Cornet IV discant

Pedaal: C-d1
Aangehangen

1959: Fonteijn & Gaal – Ombouw en uitbreiding: nieuwe elektro-pneumatische windladen; Pijpwerk van Proper verdeeld over twee klavieren, en aangevuld met nieuwe registers.

Aan Manuaal I wordt toegevoegd: Bourdon 8′, Nachthoorn 2′, Mixtuur III. Manuaal II wordt uitgebreid met een zelfstandig groot octaaf voor de Gamba 8′ en met een Sesquialter III. Het Pedaal wordt zelfstandig en krijgt een Subbas 16′ (C-G nieuw, vervolg uit voormalige Bourdon 16′ van Proper uit 1908) en een Gedekt 8′ (unit uit de Subbas, die is uitgebouwd tot 8′).

Alle Proper-registers worden aangevuld met pijpen uit voorraad voor de tonen fis3 en g3, veel van dit pijpwerk sluit qua mensurering niet aan bij het andere pijpwerk. Het orgel wordt geherintoneerd.  De pijpvoeten van Proper worden onderaan afgezaagd waarbij de voetopeningen worden gewijzigd in een open-voet-intonatie. De voetspitsen waren in dit geval uitsluitend een klein schuin kantje.

Het orgel krijgt nieuwe klaviatuur.

Tussen 1990 en 2005: Hans de Goede (tot 2005 organist van de kerk) :

• (Roer)fluit 4′ toegevoegd aan Manuaal I op aparte windlade achter, bevestigd achter het front.
• Pijpwerk van Verschueren uit 1960, afkomstig uit het klooster Sint- Josephsburg te Eindhoven.

 

2005: het kerkgebouw in Oosterend wordt gesloten

 

2006/2007: Charles Janko:

Overplaatsen vanuit Oosterend (Texel) naar atelier Witteweg te Den Hoorn. (Texel);  inkorten van de orgelkas; nieuwe ornamenten (volgens ontwerp van Proper) bijgemaakt bij de pijpvoeten van de midden- en zijtorens, die in 1908 vanwege kostenbesparing niet zijn geplaatst. Overschilderen en restaureren van de orgelkas, waarbij verschillende marmerimitaties worden aangebracht.

De orgelkas opgesteld in het atelier, de orgelkas stond op het moment van fotograferen nog in de grondverf.

Klaviatuur van Fonteijn & Gaal, en zicht op een klein gedeelte van het binnenwerk.

Huidige dispositie

 

Manuaal I C-g3
Prestant 8′ – 1908
Bourdon 8′ – 1959
Octaaf 4′ – 1908, enkele pijpen nieuw, 2008
Fluit 4′ – Verschueren, 1960, afkomstig uit Sint Josephsklooster te Eindhoven
Octaaf 2′ – 1908, c3 t/m g3 nieuw, 2008
Sesquialter II – 1959/2008; g0 2 2/3′ 1 3/5′; voor het huidige 1 3/5′ koor is het voormalige 2′ koor uit de v.m. Sesquialter omgewerkt tot 1 3/5′

Manuaal II C-g3
Roerfluit 8′ – grotendeels 1908
Gamba 8′ – C-H 1959, vervolg 1908
Fluit 4′ – C-h0 1959 met dubbele labia, c1 t/m g3 enkele labia 1908
Nachthoorn 2′ – 1959
Open plaats – vanaf c0

Pedaal C-f1
Subbas 16′ – C-G 1959, vervolg uit voormalige Bourdon 16′
Gedekt 8′ – unit uit Subbas 16′

Koppels
I + II
P + I
P + II
I + II Sub(octaaf)

Automatisch Pedaalomschakeling – later aangebracht
Tremolo – werkt alleen op tweede klavier

De winddruk is thans voor beide klavieren 72 mm wk.

De orgelkas is door Charles Janko gerestaureerd en in een nieuwe kleurstelling geschilderd, met marmerimitiatie en lijstwerk aangevuld met bladgoud.